Перевод: с нидерландского на английский

с английского на нидерландский

С английского на:
Нидерландский
С нидерландского на:
Английский

move into a house

Толкование Перевод

1 betrekken

betrekken

I 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 [erbij halen] involve ⇒ concern

2 [zich vestigen in] move into ⇒ occupy, take up 〈 kamp〉

3 [kopen bij] obtain ⇒ buy

♦voorbeelden:

1   hij wenst er niet in betrokken te worden • he does not want to get involved

     zij deden alles zonder de anderen erin te betrekken • they did everything without consulting the others

     betrokken zijn bij • be involved in

     niet betrokken zijn bij • have nothing to do with

     iets in zijn overweging betrekken • take something into consideration

     de politie in de zaak betrekken • bring in the police

     iemand tegen zijn zin ergens in betrekken • drag someone into something

2   wanneer kunnen we het huis betrekken? • when can we move into the house?

     onmiddellijk te betrekken • immediate occupation

3   hij betrekt alles van hen • he gets all he needs from them

II 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 [met betrekking tot de lucht] become overcast/cloudy, cloud over

2 [somber worden] cloud over, darken 〈 gezicht〉; sadden, grow gloomy 〈 stemming〉

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > betrekken
2 trekken

trekken

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 [kracht uitoefenen op iets] pull

2 [in een bepaalde richting gaan] go, move; 〈 reizen〉 travel; migrate 〈 vogels, stammen, enz.〉

3 [spierbewegingen maken] stretch

4 [luchtstroom doorlaten] draw

5 [in een richting getrokken worden] pull

6 [lijken (op)] be like

♦voorbeelden:

1   〈 figuurlijk〉 er hard aan trekken • put one's back into it

     aan een sigaar trekken • puff at/draw a cigar

2   in een huis trekken • move into a house

     over een rivier trekken • cross a river

     ten strijde/te velde trekken • go into battle

3   met zijn been trekken • walk with a stiff leg

4   de kachel trekt goed • the stove draws well

5   krom trekken • pull crooked; 〈 draaien〉 twist; 〈 gebogen worden〉 warp

     de kinderen trekken nogal naar hun vader • the children take more to their father

¶   thee laten trekken • brew tea

II 〈 onovergankelijk, overgankelijk werkwoord〉

1 [tussen iets anders uitnemen] draw ⇒ 〈tandarts enz.〉 extract, pull (out)

2 [aantrekken] draw

3 [als zijn deel ontvangen] draw ⇒ get

4 [gewichtheffen] snatch

♦voorbeelden:

2   publiek/kopers trekken • draw an audience/customers

     volle zalen trekken • play to/draw full houses

3   van de steun trekken • draw unemployment benefit

III 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 [in genoemde toestand/op genoemde plaats brengen] pull

2 [slepen] pull ⇒ draw, tow

3 [naar zich toehalen, ook figuurlijk] draw

4 [aftreksel maken van] make

5 [eruit halen, afleiden] draw ⇒ 〈 wiskunde〉 extract 〈 wortel〉

6 [doen ontstaan] draw

7 [uit een plaats vandaan halen] get

8 [door spierbewegingen doen ontstaan] make ⇒ pull

♦voorbeelden:

1   men moest het antwoord uit hem trekken • the answer had to be dragged out of him

     iemand aan zijn haar trekken • pull someone's hair

     iemand aan zijn mouw trekken • pull (at) someone's sleeve

3   de aandacht trekken • attract attention

5   een conclusie trekken • draw a conclusion

     een horoscoop trekken • cast a horoscope

     lering trekken uit iets • learn (a lesson) from something

     〈 wiskunde〉 de wortel uit een getal trekken • find/extract the (square/cube/ 〈enz.〉 ) root of a number

6   we moeten ergens een grens trekken • we must draw the line somewhere

     〈 figuurlijk〉 één lijn trekken • adopt one single view

8   gezichten trekken • make/pull (silly) faces

¶   iets in het belachelijke trekken • ridicule something

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > trekken
3 in een huis trekken

in een huis trekken

move into a house

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in een huis trekken
4 wanneer kunnen we het huis betrekken?

wanneer kunnen we het huis betrekken?

when can we move into the house?

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wanneer kunnen we het huis betrekken?
5 kamer

kamer

1 [vertrek] room ⇒ 〈 klein〉 closet, 〈 voor speciale doeleinden〉 chamber

2 [huurkamer] room ⇒ apartment

3 [afdeling van een wetgevend lichaam] chamber, house

4 [vereniging van personen] chamber ⇒ board, 〈 juridisch〉 court

5 [medicijnen, geneeskunde] chamber ⇒ cavity, 〈 hart〉 ventricle

♦voorbeelden:

1   het kleinste kamertje • ‘the smallest room’

     mooie/beste kamer • (front) parlour, front room

     op mijn kamer • in my room

2   een kamer delen 〈 in hotel〉 • share a room; 〈 informeel〉 double up

     kamers verhuren 〈 aan studenten〉 • take in lodgers

     kamer met ontbijt • Bed and Breakfast, B & B

     hij woont op kamers • he is/lives in lodgings/rooms/ 〈 informeel〉 digs

     op kamers gaan wonen • move into lodgings/rooms/ 〈 informeel〉 digs

3   〈 (in) België〉 Kamer van Volksvertegenwoordigers • Chamber of Deputies

     de Kamer ontbinden/bijeenroepen • dissolve/convoke the House/Chamber

     in beide Kamers • in both Houses (of Parliament)

     de Eerste Kamer • the (Dutch) Upper Chamber/House; 〈 in Groot-Brittannië〉 the (House of) Lords, the Upper House; 〈 in USA〉 the Senate

     de Tweede Kamer • the (Dutch) Lower Chamber/House; 〈 in Groot-Brittannië〉 the (House of) Commons; 〈 in USA〉 the House (of Representatives)

4   de Kamer van Koophandel en Fabrieken • the Chamber of Commerce

     〈 juridisch〉 enkelvoudige kamer • judge in chambers

     〈 juridisch〉 de kamer voor strafzaken • the criminal court

5   de kamers van het hart zijn de hartboezem en de hartkamer • the chambers of the heart are the atrium and the ventricle

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > kamer
6 overgaan

overgaan

1 [over iets heen gaan] 〈 overgankelijk ook〉 move over/across ⇒ go over, cross (over)

2 [gaan van de ene plaats naar de andere] move (over)

3 [van eigenaar veranderen] transfer, pass

4 [overlopen] transfer ⇒ switch, change (over)

5 [bevorderd worden] move up

6 [veranderen in] change, convert ⇒ turn

7 [beginnen met, gaan gebruiken] 〈 beginnen met〉 move on to, proceed to, turn to; 〈 gaan gebruiken〉 change (over) (to), switch (over) (to)

8 [voorbijgaan] pass (over/away) ⇒ 〈 van gevoelens ook〉 wear off, 〈 van weer ook〉 blow over

9 [in een andere stand gebracht worden] switch (over) 〈 wissels〉; 〈 in werking gebracht worden〉 be activated, go; ring 〈 van een bel〉

10 [een grens overschrijden] 〈 overgankelijk ook〉 cross (over)

♦voorbeelden:

1   de bal gaat over (het doel) • the ball goes over (the goal)

     de brug overgaan • go over/cross (over) the bridge

2   wij gaan vandaag over • we are moving house today

3   van vader op zoon overgaan • pass (down)/be handed down from father to son

4   overgaan tot een andere religie • change one's religion

5   ze mag overgaan • she can move up

     van de vierde naar de vijfde klas overgaan • move up from the fourth to the fifth form

6   de kleuren gingen in elkaar over • the colours shaded into one another

     overgaan van vaste in vloeibare vorm • turn from solid into liquid form

7   op een ander merk overgaan • switch over to another brand

     overgaan tot de orde van de dag • proceed to the order of the day

     tot de aanval overgaan • take the offensive, (begin to) attack

     overgaan tot de aanschaf van/het gebruik van … • start buying/using …

     overgaan tot strenge maatregelen • (decide to) take firm steps

     tot handelen overgaan • proceed to action

     tot daden overgaan • take action

     van het ene op het andere onderwerp overgaan • switch (about) from one subject to another

8   de pijn zal wel overgaan • the pain will wear off

     die regenbui/het schandaal zal wel overgaan • that shower of rain/the scandal will blow over

9   de telefoon gaat over • the telephone is ringing

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > overgaan

См. также в других словарях:

move into — phr verb Move into is used with these nouns as the subject: ↑settler, ↑troops Move into is used with these nouns as the object: ↑apartment, ↑area, ↑arena, ↑deficit, ↑era, ↑first, ↑flat, ↑gear, ↑ … Collocations dictionary
move into — PHRASAL VERB If you move into a new house, you start living there. [V P n] I want you to move into my apartment. We ve a spare room … English dictionary
House (TV series) — House Also known as House, M.D. Format Medical drama Mystery Dramedy … Wikipedia
House music — House Stylistic origins Disco, electronic, garage, Hi NRG, soul, funk, synthpop, dub, hip hop, boogie Cultural origins Early 1980s in Chicago, United States Typical instruments Samp … Wikipedia
House of Savoy — Country Albania, Croatia, Ethiopia, France, Italy, Spain Titles Count of Savoy Duke of … Wikipedia
House church — (or home church ) is an informal term for an independent assembly of Christians intentionally gathering in a home or on other grounds not normally used for worship services, as opposed to a church building, due to specific beliefs. They may meet… … Wikipedia
House of Schleswig-Holstein-Sonderburg-Augustenburg — Country Denmark Ancestral house House of Oldenburg Titles Duke of Schleswig Holstein Sonderburg Augustenburg, Duke of Schleswig Holstein, Crown Prince of Sweden Founder Ernest Günther, Duke of Schleswig Holstein Sonderburg Augustenburg … Wikipedia
Move It On Over (song) — Move It On Over is a 12 bar blues song written and recorded by the American country music singer songwriter Hank Williams in 1947. The song was Williams first major country hit, reaching #4 on the Billboard Country Singles chart. The song is… … Wikipedia
move — move1 W1S1 [mu:v] v ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(change place)¦ 2¦(new house/office)¦ 3¦(change opinion etc)¦ 4¦(progress)¦ 5¦(take action)¦ 6¦(change job/class etc)¦ 7¦(emotion)¦ 8¦(cause somebody to do something)¦ 9¦(time/order)¦ … Dictionary of contemporary English
move — move1 [ muv ] verb *** ▸ 1 change position ▸ 2 progress/develop ▸ 3 live in a different place ▸ 4 begin doing ▸ 5 change subject/time etc. ▸ 6 change opinion ▸ 7 affect someone emotionally ▸ 8 sell and get rid of ▸ 9 go very fast ▸ 10 make formal … Usage of the words and phrases in modern English
move — 1 verb 1 CHANGE PLACE (I, T) to change your place or position, or to make something do this: Don t move or I ll shoot. | You mustn t get off the train while it s still moving. | move sth: Can you move your car it s blocking the road. | We ll have … Longman dictionary of contemporary English

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с нидерландского на английский

move into a house

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с нидерландского на английский

move into a house

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: